Uit onze kwartaalrapportage voor het tweede kwartaal van 2025 blijkt dat er in deze regio sprake was van een duidelijke toename in zowel het aantal melders als het aantal geluidshindermeldingen. Wat is hier precies aan de hand, en hoe komt het dat sommige periodes meer hinder geven dan andere? Om dat helder uit te leggen, beginnen we bij het basisprincipe van baankeuze op onze luchthaven.
Luchthaven Eindhoven beschikt over één start- en landingsbaan die in twee richtingen gebruikt kan worden: baan 03 (start/landing richting noordoost) en baan 21 (richting zuidwest). Afhankelijk van de windrichting kiest de luchtverkeersleiding welke richting veilig is om op te stijgen of te landen. Hoe hoger de snelheid van de lucht die over de vleugels stroomt, hoe meer lift er ontstaat. Tegenwind vergroot dus de luchtsnelheid over de vleugels, waardoor het vliegtuig met minder moeite loskomt van de grond en veiliger kan opstijgen. Daarom proberen vliegtuigen dus altijd zoveel mogelijk tegen de wind in te starten en te landen.
In de maanden april en mei van dit jaar kwam de wind in onze regio opvallend vaak uit oostelijke tot noordoostelijke richting. Daardoor werd baan 03 in noordoostelijke richting veel vaker ingezet ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dit betekent dat vliegtuigen regelmatiger richting onder meer Kerkdorp Acht, Achtse Barrier, Best en Son en Breugel opstegen, wat leidde tot meer hoorbare overlast – en dus meer melders en hindermeldingen – in die gebieden.
Om te controleren of deze windrichting uitzonderlijk was, keken we naar de maandstatistieken van het KNMI voor Eindhoven. De gemiddelde winden in de maanden april en mei 2025 tonen een sterke dominantie van oostelijke richtingen, veel vaker dan het langjarig gemiddelde voor deze maanden. Ook blijkt uit de regionale KNMI-data dat de lente van 2025 één van de droogste en zonnigste sinds lange tijd was — en droog, zonnig weer hangt vaak samen met stabiele, oostelijke windpatronen. Daarnaast zien we ook jaarlijks een toename van het aantal hindermeldingen en melders in het voorjaar en de zomermaanden wanneer mensen meer buiten zijn én de meeste vluchten plaatsvinden.
Bij aanhoudende oostenwind wordt baan 03 vooral gebruikt, wat leidt tot meer geluid in het noordoosten. De luchtverkeersleiding op Luchthaven Eindhoven streeft naar een jaarlijkse verdeling van 70% van de tijd richting het zuidwesten (baan 21) en 30% richting het noordoosten (baan 03), maar veiligheid en efficiëntie gaan te allen tijden voor. Bij langdurige wind uit één richting ondervinden sommige gebieden daarom meer hinder. Belangrijk om te benadrukken is dat er geen structurele wijzigingen in vluchtbeleid of verkeersaantallen hebben plaatsgevonden; het gaat om natuurlijke weersinvloeden.
We blijven het baangebruik nauw volgen en zijn transparant over de redenen achter hinderpatronen. Zo wordt duidelijk dat weersomstandigheden, en niet de luchthaven zelf, de operationele keuzes bepalen.
Als Regionaal Informatie Centrum willen we de komende tijd vaker degelijke artikelen publiceren waarin we een actueel onderwerp behandelen en nader toelichten. Heb je suggesties voor een volgend onderwerp? Mail ze naar RIC@eindhovenairport.nl.
BRON: Regionaal Informatie Centrum