In zijn presentatie, getiteld “Sturen op geluid, een illusie?”, gaf Kopinga vanuit het perspectief van omwonenden de kanttekeningen die zij zien bij het ‘sturen op geluid’. In het advies van Pieter van Geel uit 2019 is opgenomen dat er ‘primair op geluid gestuurd moet worden’. Dit houdt in dat de geluidbelasting op de omgeving mede bepaalt hoeveel er kan worden gevlogen.
Belangrijkste punten uit de presentatie:
- Doelstelling en realiteit lopen uiteen: Volgens het advies van Pieter van Geel moet de geluidbelasting rond Eindhoven Airport in 2030 met 30% zijn afgenomen ten opzichte van 2019. Kopinga laat echter zien dat de gebruikte rekenmodellen en invoergegevens niet altijd overeenkomen met de werkelijkheid, waardoor berekeningen en realiteit uit elkaar lopen.
- Onzekerheden in berekeningen: De presentatie wijst op grote onzekerheden in de berekeningen van de geluidbelasting. Kleine afwijkingen kunnen grote gevolgen hebben voor het aantal toegestane vliegbewegingen. Zo kan een afwijking van 1 dB leiden tot 20% minder of 30% meer vliegbewegingen.
- Vlootvernieuwing overschat: Het effect van vlootvernieuwing (nieuwe, stillere vliegtuigen) op de geluidsreductie wordt in de praktijk overschat. Metingen tonen aan dat het verschil in geluid tussen oude en nieuwe vliegtuigtypen vaak kleiner is dan berekend.
- Behoefte aan betere systematiek: Kopinga pleit voor een transparantere en actuelere systematiek, waarbij de nieuwste inzichten en meetgegevens worden meegenomen. Totdat berekeningen en metingen voldoende overeenkomen, moet volgens hem ook het aantal vliegbewegingen als grens worden gehandhaafd.
Conclusie: Het sturen op geluid alleen is volgens Kopinga vooralsnog een illusie. Zolang de onzekerheden in de berekeningen blijven bestaan, is het niet verantwoord om het aantal vliegbewegingen uitsluitend op basis van geluid te reguleren.